Als ik uit de tram stap, schuifelt er voor mij een broos, dun oud wijffie de roltrap op. Halverwege slaat de regen en wind in ons gezicht. Niet verwacht en toch gekregen, de regen komt met bakken uit de hemel en het waait alsof het herfst is.
Ik heb een jas aan maar zij draagt een dun, synthetisch bloesje. Vertwijfeld staat ze bovenaan de trap op haar benen en met haar stok te zwaaien. Ik pak zonder na te denken haar arm. ‘Ach ach wat een weer’ zegt ze met een onmiskenbaar Indisch accent. ‘Waar gaat u heen?’ vraag ik. ‘Naar de bibliotheek, er is een concert. Ga je mee?’ Ik wijs haar op mijn dikke babybuik en zeg dat even snel een boodschap ga doen en dan weer naar huis moet.
Ondertussen schuifelen we als vanzelf richting de bieb. Even niet zeuren over de heup-pijn want de Indische dame waait bijna weg en ze is ook een beetje bang. Samen kruipen we verder alsof het volkomen normaal is. ‘Jij krijgt een mooi kindje, is een mix ja? Jij bent ook Indisch toch?’ Ze is een van de eerste die het ziet, dat kwartje Indo Chinees in mij. Dat deel van mij dat momenteel zo hardnekkig van zich laat horen.
Ik draag zelf een afstammeling en ben ineens bezig met mijn roots, mijn voorouders. Het Aziatische eten is niet aan te slepen. Het zal allemaal wel bij de zwangerschap horen, maar als ik bij de bibliotheek deze oude Indische tante afzet voor de deur, en ze raakt even zachtjes en respectvol mijn buik aan terwijl ze zegt: ’Dat gaat goed, lief kind ja’ ben ik ontroerd en gelukkig.
Een beetje stille kracht in mij, en mijn heupen voel ik even helemaal niet meer. PS. Mijn dochter heeft als bijnamen Het manderijntje (Clementientje), het kleine Chinese knaagdiertje, Kleine mevrouw Khan (ze lijkt op die dikke Kublai Khan uit de serie Marco Polo…), ons loempiaatje, dimsummetje en poepchineesje. Kortom; ze ziet er Indo-Chineser uit dan ik. Toen ik haar aanpakte vanuit mijn buik zei ik droog: ‘Die is niet van mij, deze kleine Chinese baby’. <3
1 Reactie
Comments are closed.
Add Comment